Het is een klein wit gebouwtje met een knalblauw dak van golfplaten. Binnen zijn de ventilatoren hard aan het werk om de kerkgangers – waaronder ik – wat verkoeling te brengen. Vandaag zijn er zo’n 25 Nepalezen bij elkaar gekomen om elkaar te ontmoeten en God te aanbidden. Zo halverwege de dienst staat voorin de zaal een vrouw op. Ze vraagt wie er gebedspunten heeft. Tot mijn grote verbazing steekt bijna de helft van de kerkgangers onmiddellijk zijn of haar hand op. Gehaast, alsof de tijd er bijna op zit. Alsof men niet aan de beurt komt. Er is een verlangen, misschien wel urgentie om het gebedspunt te delen. Best anders dan ik gewend ben en dat zet me aan het denken.
Meestal als ik in een situatie ben waarin om gebedspunten wordt gevraagd, worden deze met enige terughoudendheid gedeeld. Men (waaronder ik) heeft tijd nodig om na te gaan welk gebedspunt men zal delen en ervaart misschien ook een drempel om deze te delen. Dat is anders dan mijn ervaring in de Nepal. Hoe komt dat? Is het makkelijker om een persoonlijk gebedspunt te delen in een kleine gemeenschap? Of heeft de andere culturele achtergrond invloed? Is men misschien naïef dat men denkt dat God alle gebeden verhoort?
Nee, ik proef hier iets anders dan naïviteit, namelijk verwachting. Voor deze mensen lijkt het geen vraag óf God hoort maar wannéér. Men bidt alsof ze ervan uitgaan dat God hoort en ingrijpt. En als dat je uitgangspunt is, dan is de urgentie om te bidden groot. Als je alles van God verwacht vallen eventuele drempels weg. De urgentie om je gebedspunten te delen wint het dan van terughoudendheid of verlegenheid.
Niet al mijn gebeden zijn verhoord. Heb ik te weinig verwachting? Ziet God soms een plaatje dat ik niet zie en besluit Hij anders? Ik weet niet waarom sommige gebeden niet verhoord worden of waarom Gods leiding pas jaren later duidelijk wordt. Onverhoorde gebeden kunnen veel vragen en pijn geven. Wat ik wel weet is dat Jezus ons leert om vol geloof te bidden (Markus 11:24) en gebedsverhoring te verwachten (Lukas 11). En ik weet dat er soms wonderlijke dingen gebeuren als men vol geloof bidt. Het is niet eenvoudig maar ik kies ervoor om met verwachting te bidden, juist in moeilijke situaties. Niet twijfelachtig, maar overmoedig. Dapper en met grootse verwachtingen van Hem. God wordt zo deel van mijn leven en in al mijn vragen aanbid ik Hem, erken ik Zijn grootheid en maak ik Hem Koning van mijn leven.
In de Nepalese kerk spatte het dak eraf toen men begon te bidden. Geen twijfel, geen terughoudendheid maar met urgentie en vol verwachting. God werd groot gemaakt in hun vragen. Daar kan ik wat van leren.
‘Daarom zeg Ik jullie: alles waar je om bidt, zal gebeuren als je gelooft dat je het zal krijgen.’
(Markus 11:24)
Foto: www.pixabay.com